Bio
Droomhuis
Het begint meestal als ik de sleutel in het slot steek van de zware donkerblauwe voordeur van het oude Brusselse herenhuis aan de Rue des Coquelicots. Eerst eens kijken of er nog post is, ik ben hier immers al zo lang niet geweest. Wat reclame, iets van de gemeente en een ansichtkaart met een vakantiegroet. Blijkbaar van iemand die mijn nieuwe adres in Nederland niet heeft meegekregen, terwijl ik daar nu al weer tien jaar woon en werk en hier nog maar zelden kom. Terwijl ik de smalle trap oploop naar mijn appartement, bedenk ik me dat ik nu toch echt eens de huur moet gaan opzeggen. Voor die enkele keer dat ik hier nog kom, kan het helaas niet meer uit.
Dat is meestal het moment dat ik wakker word en me realiseer dat ik weer dezelfde droom heb gedroomd. Hij komt in verschillende varianten voorbij. Soms is het mijn studentenhuis aan het Lopende diep in Groningen waar ik naar binnen ga en me bedenk dat ik alweer vergeten ben de huur op te zeggen. Soms blijkt de Groningse voordeur naar mijn Brusselse appartement te leiden, of andersom. Over de flat in het slaperige Zoetermeer, waar ik toch ook vijf jaar gewoond heb, droom ik dan weer nooit.
En nu sta ik hier weer. Voor die Brusselse voordeur. ‘Wat grappig,’ denk ik bij mezelf, ‘ik heb er zo vaak over gedroomd dat ik hier nog woonde en nu woon ik er echt weer’. En terwijl ik de trap oploop, hoor ik een wekker gaan.