Bio
Over verhalen die verdwijnen
Oud en ziek is mijn grootvader opgenomen in een verpleeghuis. Al weken ben ik van
plan hem op te zoeken, maar steeds moet ik het uitstellen. Als moeder van twee
jonge kinderen en met een drukke baan als onderwijzeres heb ik een volle agenda.
Deze regenachtige novemberdag in 1995 is het dan zover. Na een inspannende
autorit met files en wegomleggingen loop ik gejaagd zijn kamer binnen. Daar kom ik
geschrokken tot stilstand. De tranen schieten me in de ogen.
Daar ligt hij dan, die ooit zo beresterke bloembollenteler, die jarenlang met zijn schuit
naar ‘zijn’ landjes ging om bollen te rooien of onkruid te wieden. Smal en bleek, bijna
doorzichtig, ligt hij in bed. Opa glimlacht en knijpt zwakjes in mijn arm. Ik schuif een
stoel bij en vraag hoe hij zich voelt. Het praten kost hem zichtbaar moeite. ‘Goed…
goed hoor.’ We praten wat over het weer, het eten, de zusters. Die zijn aardig, vindt
hij. Vooral die ene. ‘Haar grootmoeder zat nog bij me in de klas.’
Nu lichten zijn ogen even op. Ik zie aan opa’s gezicht dat er herinneringen boven
komen. Hij ziet beelden voor zich van de dorpsschool in 1915, waar hij als jochie
rondliep. ‘Hij staat er nog, die school,’ zegt hij met zwakke stem. ‘Oud pandje, achter
het huis van Simon Grooteman. Die heeft er later een bollenschuur van gemaakt.’
Heel veel vragen komen boven. ‘Schreef u met een griffel, of was dat toen al
afgeschaft? Hoe heette uw juffrouw? Had ieder kind een eigen tafeltje? Hoe rook het
in de klas? Stond er een kachel? Welke spelletjes deden jullie?’ Maar bij de aanblik
van zijn vermoeide gezicht houd ik me in. ‘Denkt u nog vaak aan vroeger,’ vraag ik
voorzichtig. Opa knikt.
Drie weken later overlijdt mijn grootvader. Met hem verdwijnen zijn verhalen, zijn
beelden, zijn herinneringen. Wat heb ik er een spijt van dat ik niet méér heb
gevraagd toen dat nog kon. Sindsdien luister ik altijd met fascinatie naar ‘oude’
verhalen. Als het even kan schrijf ik ze op. Om te voorkomen dat ook deze verloren
gaan onder het stof van de tijd.