Bio
Zwijgzaamheid
Mijn Indische oom Dave woonde in Arnhem achter een raam waar ik met angst en ontzag naar keek. De gordijnen van zijn galerijflat zaten altijd dicht, van het leven erachter maakte ik me tevergeefs een voorstelling. Wanneer we vanuit mijn ouderlijk huis naar opa en oma reden, passeerden we dat raam. Ik drukte mijn neus tegen de achterruit van mijn vaders Ford Fiesta, mijn vader drukte zijn voet zo hard mogelijk op het gaspedaal. Tussen de Arnhemse Blikken Bioscoop en de galerijflat van mijn oom gaf een smalle straat een blik op het centrum. Dof, grijs, de kleur van begin jaren negentig. Ik was negen, mijn hele leven speelde zich daar af.
Dave en die galerijflat waren een perfecte match. Allebei mysterieus, allebei onheilspellend.
Een ontmoeting met Dave ging meestal zo:
Dag Dave.
Dag Eelco.
En we gingen weer onze weg.
Dag Dave.
Dag Eelco.
Dave was voor mij een zwijgend raadsel. Een man van weinig woorden, tenzij hij je de loef af kon steken om een geografische fout recht te zetten of een geschiedkundig dispuut te winnen. Verder waren er signalen van een gevoel voor humor. Dave las graag stripboeken. Droeg hij eigenlijk een bril? Dave zong. Met kerst synchroon met de radio; nu zijt wellekome. Hij at graag, twee van oma’s borden, makkelijk. Dave ging naar de mis.
Veel Indische mensen gaan het leven met een geluidsdemper te lijf. Niet spreken is als een schild, een routine die ontspant. Maar zwijgzaamheid is in onze cultuur vaak een residu van angst. De brandmerken, de pijn, ze blijven. Hoe diep je het ook begraaft. Dat die pijn onzichtbaar blijft valt te verklaren. Zolang een collectieve geschiedenis van een land hiaten vertoond, horen we nooit het hele verhaal.
Als onze honger was gestild met alles dat opa en oma uit de keuken toverden was de dinertafel verre van leeg. Mijn oma etaleerde dan haar vlekkeloze integratie. Uit de keuken pakte ze een verzameling Tupperware-bakjes waar de gemiddelde Hollandse huisvrouw een punt aan kon zuigen. Ik klemde een metershoge stapel bakjes onder mijn kin, mijn moeder stopte de overige kilo’s eten in plastic boodschappentassen. Ieder familielid kreeg evenveel, behalve Dave. Dave at niet alleen op zondag, maar meerdere keren per week aan de tafel van zijn ouders. Ik begreep nooit goed waarom, als ik om uitleg vroeg zweeg hij.