Bio
Koek en Ei
Ik schroom vaak niet om als hardste te roepen dat vroeger alles beter (lees: koek en ei) was. Nu, dat
was in mijn kinderogen ook zo. Ik herinner me veel sinds mijn derde levensjaar. Onder andere onze
mooie straat, mijn vaders tuin vol bloemen, vlinders en bijen en het geluid van koekoeken in de
ochtend. Het weer was altijd stralend en vanuit de keuken geurde het sterk naar brood en gebakken
eieren. Elke ochtend ging ik met moeder naar de Super en Pick Pack, waar het broodgeur je nog
steviger omarmde. Thuis keek ik tekenfilms als Alfred J. Kwak, Bouli Bouli, Boes, Dommel, DuckTales
en Seabert. We gingen veel, heel veel naar het bos. Mijn halve jeugd heb ik daar doorgebracht. Och,
wat was dat fijn.
Een jaar later, toen ik vier werd, ging ik naar groep één. Daar maakte ik voor het eerst écht kennis
met de geur van koffie en smachtte er vrijwel direct naar, niet wetende dat ik het goedje pas twaalf
jaar later voor het eerst voorzichtig mocht proeven. De witte koffiekopjes en -schoteltjes leken wel
aan de handen van de juffen en meesters geplakt. En dan mijn eerste leerkracht, juf Anneke: Zij was
me ‘n fijn mens. Toen ze ontdekte dat ik op mijn vierde kon lezen, liep ze enthousiast met me naar
het klaslokaal van groep drie, om daar de meester van op mijn leesvaardigheid te attenderen en wat
boeken met grote fonts en dikke kartonnen bladzijden te lenen. Het waren uitgaven van uitgeverij
Deltas, met toentertijd een baby met krullen als logo. Ja, dat staat me nog glashelder bij. Het eerste
verhaal, wat ik toen ooit echt las, ging over ene Pim die wandelde en door de zon werd geplaagd.
Die jaren negentig waren heerlijk. Ik kan er uren, nee, dagen over doorratelen en nog heb ik dan
slechts een fractie verteld. De jaren tachtig stelde ik me nog zaliger voor, waardoor ik aannam dat
woensdag 18 januari 1989, de dag waarop ik ben geboren, een heerlijke dag vol koek en ei geweest
moet zijn. Maar na het opzoeken van voorpaginanieuws van die dag, bleek dat toen net zo ziekelijke
gebeurtenissen het leven teisterden als nu. Jammer.
Zal mijn Ibke over dertig jaar de verschrikkelijke jaren tien, en ongetwijfeld nog verschrikkelijkere
jaren twintig, van deze eeuw ook zo romantiseren? Ik kan me het haast niet voorstellen, maar
begrijpen des te beter.