In de uitgestrekte tijd

December 29, 2014 Theo Brainin

In de uitgestrekte tijd

In de uitgestrekte tijd

Een interview met schrijfster Niña Weijers over afzondering

Door Daan Borrel, gastschrijver Story Terrace 

Niña Weijers (1987) zit op een houten bankje in het café als ik binnenkom. Naast haar ligt een berg van tassen en truien. Ze komt net uit Maastricht, waar ze twee maanden afgezonderd van haar normale leven in een academie kan werken. ‘Het is fijn om op weg te zijn. In Amsterdam komt alles naar mij toe, nu ga ik naar de dingen toe.’ Lezingen, interviews: sinds het uitkomen van haar debuut De consequenties afgelopen mei is Weijers maar druk met opdrachten. Haar boek werd met veel lof ontvangen. ‘Mensen willen ineens wat van me. Wat natuurlijk heel goed is – mij hoor je niet klagen – maar het is geen einddoel, dat is het schrijven zelf.’

Vind je het vervelend dat je in de spotlights staat? De consequenties In de uitgestrekte tijd Nina Weijers Story Terrace

‘Het is een leuke verassing dat mijn boek zoveel aandacht krijgt, dat had ik nooit verwacht. Toch is het wel wennen. Er worden veel persoonlijke en psychologische vragen gesteld. Dat is in de mode. Maar laten we niet overdrijven: ik hoef geen handtekeningen te zetten op billen of andere lichaamsdelen.’

Wat is de relatie tussen schrijven en het publieke optreden?

‘Het publieke optreden; het publieke succes, heeft tot nu toe nog geen invloed op mijn werk. Ik voel het publiek nog niet meekijken over mijn schouders als ik schrijf. Het schrijven is ook zo wezenlijk anders dan al die dingen die er na de publicatie gebeuren. Schrijven is echt een privé-gelegenheid. Dat is een van de redenen waarom ik schrijven zo fijn vind: ik doe het voor mijzelf. En dan vindt het uiteindelijk toch zijn publiek. Nu, een half jaar na uitgave, is het boek eigenlijk meer van de lezers dan van mij.’

Wat vind je daarvan?

‘Het is heel bijzonder om te merken dat iedereen het verhaal op zichzelf kan betrekken. Daar heeft het boek blijkbaar genoeg ingangen voor. Ik krijg soms mailtjes van mensen die zulke zinnige dingen over het boek zeggen. Iedereen leest het vanuit zijn of haar eigen achtergrond.’

En toch beïnvloedt die aandacht niet het schrijven?

‘Nee. De tegenzin voor het schrijven bijvoorbeeld, die weerstand, is er nog elke dag. Precies zoals die er was tijdens het schrijven van mijn eerste boek. Natuurlijk geeft positieve aandacht wel een bestaansrecht. Zo van: ik kan het dus heus een beetje. Eerder dacht ik vaak dat ik het helemaal niet kon, schrijven. Maar het meest bijzonder vind ik toch dat mensen het werk begrijpen. Ze begrijpen iets van mijn geest. Ik denk dat mijn manier van schrijven veel over mij zegt, veel meer dan bijvoorbeeld dit interview. Als schrijver wil je iets communiceren, een dialoog aangaan. En als mensen je dan begrijpen, zelfs als ze een heel andere achtergrond hebben, dan voel ik: ik ben niet alleen.’

Gaat schrijven er voor jou dan om om gehoord en gezien te worden?

‘Niet helemaal. Tijdens het schrijven ben ik niet bezig met publiek. Schrijven is voor mij een manier om te denken, om mijn gedachtes te verscherpen en verhelderen. Af en toe ben ik achteraf ook verrast over wat ik op papier heb gezet. Begrijp me niet verkeerd: er vindt geen mysterieus proces of goddelijke inslag plaats. Ik bedoel dat een boek meer is dan wat ikzelf ben. Het overstijgt mijn bedoelingen.’

Boeken kunnen een bepaalde ontmoeting teweeg brengen. Tussen de lezer en de schrijver, of tussen de lezer en een gedachtegang. Geestelijk. Ik vind het fijn als ik een boek lees en denk: ik snap dit boek, ik snap wat de schrijver heeft willen doen. Ik hoop dat lezers dit gevoel ook bij mijn boek hebben. Dan is er een bepaald dialoog gaande.’

Hoe lang heb je gedaan over het schrijven van je debuut?

‘Drie jaar ongeveer. Met omwegen dan. Ik heb eerst twee halve andere boeken geschreven, waar mijn hoofdpersonage Minnie Panis nog een andere naam had en geen kunstenares maar een actrice was. Ik moest lang zoeken naar de juiste toon en stijl. Toen ik die eenmaal had – die ontstond voor het eerst in een kort verhaal over de geboorte van Minnie – ging het schrijven makkelijker. Ik ben een paar keer alleen naar Berlijn geweest om daar te schrijven, naar een appartement boven een antiquaraat. Dat was heel fijn.’

Moet jij je afzonderen om goed te kunnen schrijven?

‘Dat werkt voor mij heel goed, ja. Ik moet me losmaken van de reguliere tijd. Overdag ga ik lezen, wandelen en naar yoga. ’s Avonds begin ik met schrijven, van zes uur tot twee uur in de nacht. Het is heel fijn dat niemand dan zegt: wat raar dat je nu pas gaat schrijven. Afgezonderd kom ik los van normale ritmes. Ik hoef met niemand rekening te houden. En niemand verwacht iets van mij. Schrijven lukt het best als ik me onafhankelijk voel.’

Wat gebeurt er dan?

‘Hoe cliché het ook klinkt: ik kom in een ander bewustzijnsniveau. Gêne valt weg en ik kan in mijn schrijven mijn eigen gang gaan. Ik kom in een roes, een slaaptoestand. Ik houd er ook van om te schrijven als ik net wakker word, twee uurtjes in bed. Als de wereld nog niet begonnen is.’

Voel je je afgezonderd in Berlijn of Maastricht nooit eenzaam?

‘Nee. Ik ben ook schrijver geworden omdat ik alleen kan zijn, en het waardeer. Ik kan me eenzamer voelen in Amsterdam. Dan denk ik: wat zit ik nou te doen, hier alleen met mijn computer? In Berlijn, of nu in Maastricht, voel ik me niet zo bekeken. Ik kan doen waar ik zin in heb. In Amsterdam kan dat ook wel, maar het is moeilijker. Vrienden snappen en pikken het soms ook niet. Dat mijn werk soms voor alles gaat. Maar zo is het. Soms.’

Dus dan maar liever afgezonderd?

‘Ja, ik heb een verlangen om op verschillende plekken te werken. Om uit die dagelijksheid te stappen. Onderweg te zijn. En toch elke dag een paar uur schrijven, waar ik ook ben. Voor de rest heb ik niet zoveel vastigheid nodig. Klinkt het nu alsof ik mensenschuw ben? Dat ben ik namelijk niet. Ik houd juist heel veel van mensen! Misschien is het afzonderen wel een soort zelfbescherming. Als ik thuis ben is het vaak schipperen tussen wat ik zelf wil doen, en wat anderen van mij verwachten.’

Voelt het schrijven als een baan?

‘Nee. Ik wil geen baan, ik wil schrijven. Andere opdrachten, zoals korte verhalen schrijven of mijn column in De Groene Amsterdammer, voelen meer als werk. Maar aan een boek schrijven voelt als een manier van leven. En dat doe ik het liefst in mijn eigen tempo. In de uitgestrekte tijd.’

 ______________

Story Terrace schrijver Daan BorrelOver de auteur: Daan Borrel is naast schrijver voor Story Terrace ook freelance tekstschrijver en journalist voor o.a. NRC Handelsblad en nrc.next. 

Over ons: Story Terrace helpt klanten om samen met een professionele schrijver persoonlijke verhalen vast te leggen in prachtige boeken. Onze schrijvers hebben diverse achtergronden en interesses, maar delen één passie: het weergeven van personen aan de hand van beeldende anekdotes en levendige verhalen.

Voor meer informatie over het laten opschrijven van verhalen, stuur een e-mail naar info@ of neem contact op via ons contactformulier.