De “vieste Joden” van Rotterdam

July 20, 2015
Posted in
July 20, 2015 Theo Brainin

De “vieste Joden” van Rotterdam

De “vieste Joden” van Rotterdam

Het verhaal van Claartje Katan

In de jaren dertig leerden mijn ouders elkaar kennen in de Joodse gemeenschap in Rotterdam. Tijdens de oorlogsjaren waren ze actief in die gemeenschap, zo bracht mijn moeder verzetskrantjes rond. Op een dag werd ze opgepakt. Haar vader ging naar het bureau met twee flessen whisky en de bewering dat ze ‘Deutsch freundlich’ waren. Dat ze een Duitse afkomst hadden hielp waarschijnlijk ook. Ze lieten mijn moeder gaan.

Toen de stemming steeds grimmiger werd, besloten mijn ouders onder te duiken. Dan moesten ze wel eerst trouwen, vonden hun ouders. Zo geschiedde. Zelfs in tijden van oorlog moesten die conventies blijkbaar nog nageleefd worden.

Bij hun vertrek maakten ze spullen waar de Duitsers eventueel interesse in zouden kunnen hebben onbruikbaar. Mijn vader gooide kolengruis in de piano en zoutzuur in de frames van de fietsen. Hij was een practical joker, ook in tijden van oorlog. Toen de Duitsers het leegstaande huis doorgingen, werd op de voordeur een bord geslagen: ‘hier wonen de vieste Joden van Rotterdam’.

Gierige boer

Alle familieleden van mijn moeder en vader doken onder. Velen trokken naar het noorden. Die aan mijn vaderskant hadden blond haar, dat maakte het een stuk makkelijker om iemand anders’ persoonsbewijs te gebruiken.

Het eerste onderduikadres van mijn ouders was in Rotterdam zelf, maar al snel trokken ze het binnenland in, naar Boxtel. Ze vonden daar onderdak bij een boer en konden een vrij normaal leven leiden in het dorp. Ze liepen gewoon over straat. Beiden hadden een vals persoonsbewijs en in het openbaar noemden ze elkaar bij hun schuilnamen, Wim en Riet. Mijn vader is zelfs een keer naar het politiebureau gegaan voor zijn ingevorderde fiets. Die kreeg hij terug.

De boer werd gierig en dreigde op een zeker moment mijn ouders aan te geven als ze hem niet meer zouden betalen. Dat was tot daaraan toe; mijn moeder vond het eigenlijk nog veel erger dat hij heel hard boerde tijdens het eten. Ze vertrokken diezelfde dag nog en vonden een nieuwe plek bij de boswachter.

Airbornes

In die tijd – het einde van de oorlog naderde inmiddels – kwam mijn vader in aanraking met verzetsgroepen in Brabant die gestrande parachutisten uit het geallieerde kamp in veiligheid brachten. Deze Airbornes waren op weg naar Arnhem. Sommigen werden geraakt, anderen hadden motorpech. De verzetsjongens brachten hen onder in natuurgebied Kampina.

Mijn vader had nog een ander motief om aan deze acties mee te werken. Onder de Airbornes waren veel Engelstaligen en mijn vader wilde graag zijn Engels verbeteren om na de oorlog naar het buitenland te kunnen vertrekken.

Zijn kornuiten van het verzet vonden het te gevaarlijk worden dat hij zoveel aanwezig was en haalden een grap met hem uit. De dag voor de bevrijding van Boxtel wachtten ze hem bij Kampina op in Duits uniform. Daarna is hij weggebleven bij het verzet en vluchtte naar een klooster.

Repatriëring

In oktober werd Boxtel bevrijd en ging mijn moeder in Eindhoven voor Radio Herrijzend Nederland werken. Daar in het zuiden wachtten ze de bevrijding van de rest van Nederland af. Toen de capitulatie getekend was, gingen ze voor de UNWRA (United Nations Relief and Work Agency) aan de slag. Via Bretagne en Parijs kwamen ze in Beieren terecht, waar ze hielpen bij de repatriëring van overlevenden van Dachau.

_________________

Door Anne Brugts, content manager Story Terrace.

Heeft u ook een verhaal dat u met ons wilt delen? Schroom dan niet contact met ons op te nemen.

Over ons: Story Terrace helpt klanten om samen met een professionele schrijver persoonlijke verhalen vast te leggen in prachtige boeken. Onze schrijvers hebben diverse achtergronden en interesses, maar delen één passie: het weergeven van personen aan de hand van beeldende anekdotes en levendige verhalen.

Voor meer informatie over het laten opschrijven van verhalen, stuur een e-mail naar info@ of neem contact op via ons contactformulier.