Een biografie schrijven – vijf tips van Maria Genova

September 16, 2016
September 16, 2016 Theo Brainin

Een biografie schrijven – vijf tips van Maria Genova

“Laat uw verhalen niet verloren gaan”

Het vastleggen van levensverhalen wordt tegenwoordig steeds vaker gedaan. Ook jongeren zijn meer geïnteresseerd in het (laten) schrijven van een biografie. Jouw gedachten van vandaag zijn uniek. Ze zullen morgen door nieuwe ervaringen en veranderende prioriteiten niet meer hetzelfde zijn. Hoe mooi zou het zijn om over vijf of tien jaar jouw huidige blik op heden en verleden na te lezen?

Het schrijven van een biografie is echter niet makkelijk. We hebben daarom Maria Genova benaderd om tips met ons te delen voor het succesvol schrijven van jouw verhaal. Maria is journalist en schrijfster. Ze is schrijfster van onder andere ‘Als afscheid pijn doet’, ‘Komt een vrouw bij de h@cker’ en ‘Het Duivelskind’. Verder geeft Maria lezingen en doet ze manuscriptredactie. Lees meer over Maria Genova op: www.mariagenova.nl

Neem vanavond nog een uurtje de tijd en zet een eerste anekdote op papier. Zodra de kop er af is, komen andere verhalen bijna vanzelf boven drijven. Gebruik hierbij de  tips voor beginnende schrijvers. Dit zijn enkele van de fouten die Maria Genova geregeld tegenkomt in de manuscripten die ze redigeert:

  1. Van de hak op de tak springen, zonder de scènes goed uit te werken. Een voorbeeld: in alinea 1 wordt een kind gepest, in twee vertelt de schrijver in een paar zinnen over het overlijden van oma, in drie gaat het over een manisch depressieve moeder en al die scènes worden niet goed uitgewerkt, waardoor ze geen zeggingskracht hebben.
  2. Gebrek aan voorbeelden, aan ‘show, don’t tell’. Als je zegt ‘Al snel leerde ik mijn moeder behagen’ en je geeft geen enkel voorbeeld hoe, dan kun je net zo goed die zin schrappen. De lezer kan niet in je hoofd kijken om te weten wat je precies bedoelt. Of ‘Ze stuurde briefjes met beschuldigingen.’ Dan denk ik: wat voor beschuldigingen? Laat op z’n minst de inhoud van één zo’n briefje zien. Of: ‘Mijn ouders stonden mijn geluk in de weg’. Hoe dan? Laat dat zien in een aangrijpende scène, alleen benoemen is niet voldoende.
  3. Heftige scènes samenvatten, terwijl je die nooit moet samenvatten. ‘Toen we op het punt kwamen om samen een huis te kopen, werd ik angstig en heb ik de relatie beëindigd.’ Zo’n heftige scene leent zich uitstekend voor een dialoog. Laat zien met wat voor woorden je de relatie beëindigt, laat zien hoe beduusd en niets begrijpend je partner je aankijkt, hoe hij reageert, of er met deuren wordt gesmeten of niet. Hoe moet de lezer zich inleven als alles als een droog verslag wordt opgeschreven?
  4. Gebruik geen data. Voor de lezer is het in de meeste gevallen totaal niet belangrijk of iets op 2 of op 11 augustus heeft plaatsgevonden. Vermijd ook tijdstippen zoals om 11 uur of om 5 uur. Als de exacte tijd niet belangrijk is voor het verhaal, is het voldoende om te vermelden dat iets ’s ochtends of ’s middags gebeurt. Als dat verder niets toevoegt, hoef je niet eens te vermelden wanneer het precies gebeurt, een logische volgorde van de gebeurtenissen roept bij de lezer geen enkele vraag over tijdstippen op.
  5. Dialogen navertellen is echt heel saai. Een voorbeeld: ‘Ik belde hem vanaf mijn werk en vroeg hem wat er aan de hand was. Hij antwoordde dat hij druk met zijn zaak was en omkwam in het werk. Ik benadrukte dat ik hem langer kende dan vandaag en dat ik echt merkte dat er wat aan de hand was.’ Dit navertellen is echt een gemiste kans. Je ziet hoe een van de personages iets probeert te verzwijgen en hoe de andere de waarheid wil horen. Dat leent zich voor een bijzonder spannende dialoog. Veel beginnende schrijvers zijn om de een of andere reden geneigd om dialogen na te vertellen. Maar dan hoort de lezer niet hoe de personages praten, welke woorden ze gebruiken en of ze boos zijn. Daarnaast kan de lezer niet zien hoe ze kijken en wat voor gebaren ze maken. Als je beeldend wilt schrijven, kun je niet anders dan dialogen gebruiken.
, ,